Het virtuele schuitje van Stijn en Deborah

14 maart 2007

blablabla: vocabulaire

Werken/studeren aan een architectuurschool is boeiend en verrijkend, maar soms ook zooo verschrikkelijk vermoeiend.
Ik lees massaal veel, maar dikwijls steekt dat nogal tegen.
Het is immers een publiek geheim dat de meeste architecten niet goed kunnen schrijven.

Nochtans wordt er heel veel gepubliceerd over architectuur. Om niet door de mand te vallen worden er in de literatuur over architectuur extra veel moeilijke woorden en rare zinsconstructies gebruikt. Deze zweem van wetenschappelijkheid moet de inhoudsloosheid van de tekstjes zoveel mogelijk verhullen.

De gemiddelde lezer houdt het voor bekeken na een paar zinnen, en kijkt enkel nog naar de prentjes. Als doctoraatsstudent word ik echter geacht wel alles te lezen, en bij voorkeur niet te oppervlakkig. In de nieuwe rubriek blablabla laat ik u meegenieten van enkele staaltjes architectuurproza.


Om elkaar goed te begrijpen start ik met wat elementaire woordenschat:
  • Een moderne architect spreekt niet over een woning, maar over een levensloopbestendige woonwerkeenheid.
  • Ook "school" is een te ordinair woord. In de Newspeak van architecten spreekt men van ervaringsplaatsen.
  • Kantoren tot slot worden samenwerkingspleinen.
Morgen meer.

Labels:

2 Comments:

Een reactie posten

<< Home