Het virtuele schuitje van Stijn en Deborah

06 april 2007

Science in design of design in science?

Het congres in Delft was erg boeiend, maar 16 sprekers op 1 dag was misschien net iets te veel van het goede.

Gezamelijk onderwerp van de sprekers was de overlapping tussen wetenschap en design.
Design werd echter zeer breed geïnterpreteerd: van design van gebouwen en vliegtuigen, tot design van microben en modellen voor elektriciteitsnetwerken.

Ik was vooral gekomen om te luisteren naar de Delftse architecten. Zij doen namelijk aan 'science by design', of 'ontwerpend onderzoek'.
Het gaat dus niet over onderzoek over architectuur, maar onderzoek door architectuur.

Ik heb het een beetje moeilijk met dit principe. Maar anderzijds is dit ook wel een actueel thema aan de hogeschool, en zou ik het zelfs graag voor een deel toepassen in mijn doctoraatsonderzoek.
Dat 'ontwerpen' voor een groot deel ook 'onderzoeken' is, zal ik zeker niet ontkennen. Maar de vraag blijft of het wetenschappelijk onderzoek is. Een aap die met een stokje in olifantenmest zit te peuteren doet ook aan onderzoek, maar verdient dit een doctoraat?
Blijkbaar worstelen ze in Delft ook nog met de goede omschrijving en toepassing van 'ontwerpend onderzoek'. Sommige designers komen niet verder dan het maken van mooie prentjes en ingewikkelde schema's. Mooi, leuk, grappig en al wat je wilt, maar over de wetenschappelijke waarde kan toch een aardig woordje gepraat worden. Helaas was er geen tijd voor een inhoudelijke discussie. De ontwerpers maken zich er gauw vanaf met het statement dat de wetenschappelijke wereld de normen van wetenschappelijk onderzoek maar moeten bijstellen. Maar wat is het resultaat dan? Waarom zou ontwerpend onderzoek aan een universiteit plots de stempel van wetenschappelijk onderzoek verdienen, en de alledaagse architectuurpraktijk niet?

Mijn inziens moeten eerst de krijtlijnen duidelijk getrokken worden, en moet er een algemene consensus gezocht worden naar wat wetenschappelijk onderzoek is, en wat niet. Maar dit vraagt tijd, en helaas is het er al een beetje te laat voor. De onderzoeken lopen al volop, en worden typisch door gelijkgezinde ontwerpers beoordeeld. 'Ons-kent-ons' en 'vriendjespolitiek', niet meteen de vruchtbaarste basis voor wetenschappelijk onderzoek.


Je kan het echter ook anders aanpakken. Een van de sprekers had het over 'AI techniques for conceptual design'. (AI= artificial intelligence) Met behulp van software tracht deze onderzoeker bestaande vliegtuigmodellen te ontleden, om vervolgens via algortimes tot een optimaal nieuw design te komen voor een bepaalde toepassing.
Wanneer het over vliegtuigen gaat, is dit blijkbaar nog aanvaardbaar. Ik verwacht echter stormen van kritiek als ik zou voorstellen om dergelijke methodes voor te stellen binnen het architectuuronderzoek. En toch is dat net wat ik ga doen.
Traditioneel start het ontwerp met het analyseren van het programma om dan via trial and error tot een ontwerp te komen. Dan volgt de stap van het beoordelen van dit voorontwerp op basis van talrijke criteria, zoals bijvoorbeeld normen omtrent brandveiligheid, voorkeuren van de bouwheer, kostprijsanalyse,... Het voorontwerp wordt dan wat opgelapt, en wordt tot een finaal ontwerp.
Voor een traditionele eengezinswoning kan dit misschien nog wel bevredigende resultaten geven, maar zeker voor speciale nieuwe concepten (zoals ondergronds bouwen bijvoorbeeld) moet het toch anders en beter kunnen.
Op een of andere manier wil ik trachten om de evaluatie van het gebouw (in het bijzonder de energieprestatie) voortdurend tijdens het voorontwerp te laten plaatsvinden. Achteraf moeten constateren dat de woning overhit in de zomer, dat je zeer veel warmte verliest, of dat je vervelende schaduwen werpt,... en dit dan moeten oplappen met via airconditioning, grote stookinstallaties, speciale beglazing, etc. is in mijn ogen geen degelijk ontwerp.

Integraal ontwerpen is dus het codewoord.
Hoe dit praktisch in zijn werk moet gaan, is me nog niet volledig duidelijk. Voor de ingenieurs: een simpel gebouw is een bijzonder complex systeem, met gelijktijdig warmte-, vocht- en luchttransport, moeilijk quantificeerbare eisen van de gebruikers, onvoorspelbare randvoorwaarden door het weer (en dan hebben we het nog niet eens over klimaatveranderingen ;-) ), onvoorspelbare invloed van de gebruikers (interne warmteproductie, verluchting, instelling verwarmindstemperatuur) , niet-homogene bouwlagen, warmtecapaciteiten, interne condensatie, hysteresis, ...
Enfin, en vette kluif voor ingenieurs dus.
En het grootse probleem: architecten hebben liefst zo weinig mogelijk met ingenieurs te maken.
De grote uitdaging is dus om het zeer complexe systeem in een eenvoudige interface te steken, en wel zo dat de architect voldoende vrijheid heeft om al zijn creativiteit te blijven botvieren.
Now thát's what I call science in design.
Gelukkig kan ik het me permitteren om me te concentreren op de kleine niche van het ondergronds bouwen. Ik heb nog 3,5 jaar om alvast een eerste aanzet te geven.

Labels:

1 Comments:

  • Ondergronds bouwen, ferm interessant :-)

    Maar dat architecten liefst zo weinig mogelijk met ingenieurs te maken hebben: klopt, en jullie zijn de uitzondering die de regel bevestigt :-)

    By Blogger Peter Dedecker, at 6 april 2007 om 14:24  

Een reactie posten

<< Home